Registratieproces
Na het depot volgt een formele toetsing m.a.w. een controle of aan alle depotvoorwaarden is voldaan in het bijzonder of de depottaksen zijn betaald waarna een inhoudelijke toetsing volgt. Deze kan -afhankelijk van het land waar het merk is gedeponeerd- enkelvoudig dan wel tweevoudig zijn.
1.Toets op Absolute gronden is er in vrijwel ieder land
In deze toesing wordt door de Onderzerzoeker/Examiner bekeken of het ingediende teken een merk is m.a.w. of het aan de nationale wettelijke vereisten voldoet om als een merk te kunnen gelden (in het bijzonder of het merk onderscheidend vermogen heeft, niet beschrijvend is en niet in strijd is met openb. orde of goede zeden). Voldoet het teken niet aan een van deze vereisten, dan volgt een zogeheten -ambtshalve- voorlopige weigering. Hiertegen kan bezwaar worden gemaakt.
Voorts wordt bekeken of de waren /diensten voldoende duidelijk omschreven zijn ?
Is deze omschrijving naar nationale maatstaven gemeten te vaag ( soms is iets voor een Examiner in het ene land voldoende duidelijk, maar oordeelt een examiner in het andere land weer anders) dan wordt het merk eveneens voorlopig geweigerd. De deposant / diens gemachtigde wordt in de gelegeheid gesteld om de warenomschrijving aan te scherpen.
2. Toetsing op Relatieve gronden (niet in alle landen)
In bepaalde landen (bijv US) kan een examiner een merk ook voorlopig weigeren indien hij vaststelt dat uw merk conflicteert met een oudere, identieke of overeenstemmende merkregistratie. Ook tegen die beschikking tot weigering kan verweer worden gevoerd.
In de meeste Europese landen geldt uitsluitend de toets op absolute gronden en is het aan de houders van oudere merken overgelaten al of niet tegen een depot bezwaar te maken. Bezwaar/ oppositie is mogelijk gedurende de hiervoor geldende oppositietermijn (meestal tot 2 - 3 maanden na de publicatie van het depot)
Met name hierom is het hebben van merkbewaking cruciaal (zie het blok merkbewaking)